.

Tandriemschijven

Tandriemschijven worden gebruikt bij een tandriemaandrijving. De tandriem is een riem tussen twee of meer tandriemschijven. Hij wordt gebruikt in allerlei verschillende machines waar mechanische energie overgebracht wordt. Door het gebruik van de tanden aan de binnenkant van de riem en aan de buitenkant van de schijven, slipt de riem niet weg zoals bij een gewone aandrijfriem wel het geval kan zijn. Doordat de diameter van de schijven niet gelijk hoeft te zijn, kan het zijn dat de een sneller draait dan de ander. Extra schijven, die niet aan het begin of einde van de tandenriem zijn geplaatst, kunnen gebruikt worden om de riem een hoek om te laten gaan.

Historie van de tandriemaandrijving

De gewone riemaandrijving werd voor het eerst in een Chinees woordenboek genoemd, in 15 v.Chr. Het was daarnaast een essentieel onderdeel in de uitvinding van het spinnewiel. Gedurende de industriële revolutie ontwikkelde de aandrijfriem zich tot een integraal component voor vermogensoverbrenging in machines. Rond 1900 werden veel riemen vervangen door kettingaandrijfsystemen - deze zijn betrouwbaarder en goedkoper te repareren.

Pas in de jaren ‘40 van de vorige eeuw werden tandriemen in gebruik genomen. Ondanks de populariteit van de rolketting, wenste men in sommige gevallen een minder lawaaiige oplossing. De tandenriem was hiervoor de perfecte uitvinding. Tegenwoordig wordt de tandriem in steeds meer consumententoepassingen gebruikt, bijvoorbeeld voor de aandrijving van de nokkenas van auto’s, de eindaandrijving van motorfietsen en zelfs als vervanging voor de ketting in fietsen.

Tandriemschijven (1).jpg

Tandriemaandrijving of kettingaandrijving

De kettingaandrijving en de tandriemaandrijving hebben beiden hun voor- en nadelen. Een ketting is bijvoorbeeld minder gevoelig voor temperatuurverschillen, vocht en vuil. Ook slijt een ketting minder snel. Wanneer een ketting stuk is, kan deze gerepareerd worden door een schakel of pen te vervangen, maar een kapotte riem moet in zijn geheel vervangen worden. Om dit voor te zijn, krijgen riemen gewoonlijk een economische levensduur mee, waarna de riem vernieuwd dient te worden. Zo kan onderhoud gepland worden en hoeven productieprocessen niet plotseling stil te worden gelegd.

Vergeleken met de kettingaandrijving, is de tandriemaandrijving aanzienlijk stiller. Ook is de riem flexibeler en absorbeert hij trillingen beter dan een ketting. Tot voor kort was een belangrijk voordeel van een tandriem ten opzichte van een ketting, dat een riem niet gesmeerd hoeft te worden, maar tegenwoordig maken veel kettingen gebruik van een systeem waarvoor dit ook niet meer geldt. Tenslotte zijn riemen vaak goedkoper dan kettingen.

.